amsterdamse-blokfluitleraar-rob-beek.jpg
02-10-2023

Interview met blokfluitdocent Rob Beek in het Parool

Op maandag 2 oktober staat onze blokfluitdocent Rob Beek met een groot interview in het Parool. Rob Beek geeft al 50 jaar les op Muziekschool Amsterdam en gaat met pensioen. Voor deze bijzondere gelegenheid werd hij geïnterviewd, het artikel is hieronder te lezen.

 

Amsterdamse blokfluitleraar Rob Beek (66) zwaait na vijftig jaar af: ‘Het is een sympathiek instrument en betoverend mooi’

Rob Beek, met in zijn handen een altblokfluit van ebbenhout en ivoor: ‘Het belangrijkste is dat kinderen van de muziek genieten. Of ze nu een kinderliedje of een ingewikkelde sonate van Bach spelen.’ Beeld Mariet Dingemans

Rob Beek, met in zijn handen een altblokfluit van ebbenhout en ivoor: ‘Het belangrijkste is dat kinderen van de muziek genieten. Of ze nu een kinderliedje of een ingewikkelde sonate van Bach spelen.’ Beeld: Mariet Dingemans

Rob Beek (66) gaf vijftig jaar blokfluitles op Muziekschool Amsterdam. Met humor, passie en een niet aflatende bevlogenheid leerde hij duizenden Amsterdamse kinderen de beginselen van de blokfluit. Zijn leitmotiv: plezier in de muziek. Op 1 oktober ging hij met pensioen.

Hanneloes Pen 2 oktober 2023, 03:00

Hij krijgt er bijna tranen van in zijn ogen: de ernst waarmee een kind tijdens een voorspeelavond voor zijn ouders en grootouders op het podium speelt. Hij vindt het zo mooi om te zien. “Ik wil ze laten stralen. Zelfs een liedje met één noot kan waanzinnig mooi klinken,” zegt Rob Beek.

Hij wil graag dat kinderen zich op hun gemak voelen in zijn lessen. Dat ze niet gespannen zijn als ze niet gestudeerd hebben en dan afbellen. “Ik vind het belangrijk dat een kind onbezorgd naar de les komt en begroet hen altijd met een lach. Humor in de les is nodig. Dan komt het studeren vanzelf wel. Als er druk op staat, werkt dat niet. Het belangrijkste is dat ze genieten van de muziek; of ze nu het kinderliedje Elsje Fiederelsje of een ingewikkelde sonate van Bach spelen.”

 

De F-luitjes

Op een velletje papier heeft hij wat aandachtspunten voor het interview gezet. De rode draad in zijn carrière, zegt hij, zijn de F-luitjes: een groep wisselende blokfluitleerlingen die samen optreedt op voorspeelavonden en concerten. “Ik ben daar dertig jaar geleden mee begonnen. Ik veegde elk jaar een groep leerlingen bij elkaar die samen optrad. Samenspelen is waanzinnig belangrijk. Je maakt gezamenlijk muziek met verschillende soorten blokfluiten waardoor je een breed harmonisch spectrum krijgt. Het is als een strijkkwartet.”

Naast individuele en groepslessen gaf hij samen met andere docenten muziekles op Amsterdamse basisscholen in onder meer Geuzenveld. “Op de muziekschool komt een bevoorrechte groep kinderen. Op scholen bereiken we alle kinderen. Ze zijn daar heel dankbaar als we komen. Mijn collega-cellist Mirjam Wijler speelt bijvoorbeeld The Swan van Saint-Saëns, met die lange noten. Toen we de kinderen vroegen waaraan ze moesten denken, zeiden ze: een dolfijn in een oceaan of aan een opa die is overleden. Mooi toch. Zo’n stuk blijft ook hangen.”

Poster

Beek begon zelf op zijn zevende met blokfluitles op de muziekschool waar hij nu lesgeeft. Hij hield meteen van het geluid. Blokfluitist Frans Brüggen was zijn held, zegt hij. “Ik had op mijn twaalfde zijn poster op mijn kamer hangen. Op mijn dertiende ging ik in mijn eentje naar zijn concerten. En ik ging een keer samen met een vriend op een brommertje naar een concert in IJmuiden van Walter van Hauwe en Kees Boeke, mijn latere leraar, die samen de duetten van Telemann speelden. Ik bewonderde hen ook. De klank van de beide blokfluiten vond ik zo mooi.”

Dat hij talent had en naar de vooropleiding van het conservatorium kon, bleek al snel een uitgemaakte zaak. Op zijn zestiende mocht hij al invallen als een van de blokfluitdocenten op de muziekschool ziek was. Na de dood van een van hen kreeg hij een vast contract.

Rattenvanger van Hamelen

Dat kinderen en hun ouders de blokfluit als ‘opstapinstrument’ zien, doet hem minder dan in het begin van zijn carrière. “Ouders doen hun kinderen op blokfluitles voor het ontwikkelen van motoriek, ademtechniek en ritme en noten te leren lezen. Na enkele jaren willen ze dan dat hun kind een ‘echt’ instrument gaat spelen. Ik had daar in het begin moeite mee. Ik probeerde de kinderen aanvankelijk als een rattenvanger van Hamelen binnen te houden door hen op een basblokfluit, een indrukkend instrument, te laten spelen. Maar ik ben na een paar jaar opgehouden te evangeliseren.”

Zijn beroemdste leerling is Lucie Horsch, de dochter van twee beroepscellisten, die hij als vijfjarige op les kreeg. “Ik had niet eerder zo’n muzikaal kind in de les gehad. Lucie had eerst in een groepje les. Toen ze individueel les kreeg, merkte ik haar talent op. Ze ging me in een sneltreinvaart voorbij in die jaren. Vanaf haar elfde is ze naar Walter van Hauwe gegaan. Ik heb haar naar de talentenopleiding van het conservatorium gestuurd. Dat was de juiste weg voor haar. Het is een pareltje.”

Of hij trots op haar is? “Dat ze zover is gekomen, komt door zelfdiscipline. Mijn rol is bescheiden. Maar stiekem denk ik wel: ik stond aan de wieg.”

 

Sympathiek en betoverend mooi

Waarom hij zelf trouw is gebleven aan de blokfluit en nooit is overgestapt naar de hobo of fagot? “De blokfluit is mijn liefde. Het instrument is van hout en heeft geen klepjes. Je moet alles zelf doen. Het is een sympathiek instrument en betoverend mooi.” Zelf beschikt hij over zo’n twintig ebben- en palissanderhouten blokfluiten: sopraan-, alt-, tenor- en basblokfluiten en een voice flute tenor in D. Zijn mooiste instrument is de renaissancealtfluit van buxus. “Die speel ik het liefst, een krachtig instrument.”

Hij vindt het een mooi moment om na vijftig jaar per 1 oktober te stoppen met lesgeven; al blijft hij nog betrokken als adviseur. “Ik voel me bevoorrecht dat ik vijftig jaar op de muziekschool mocht werken en ben hen daar dankbaar voor. Vijftig is een mooi getal. Ik sluip de deur uit. Ik wil geen groot feest of afscheid. Dan ga ik alleen maar huilen.”

 

Lucie Horsch: ‘Zonder Rob was ik nooit blokfluitist geworden’

De beroemde blokfluitist Lucie Horsch (24) speelde al vanaf jonge leeftijd op hoog niveau. Ze kreeg een Edison voor haar debuutalbum in 2016 en won onder meer de Nederlandse Muziekprijs in 2020. Rob Beek was haar eerste blokfluitleraar op de Muziekschool Amsterdam. “Op mijn vijfde kwam ik bij Rob terecht die vanaf de allereerste les de passie voor de blokfluit op mij overbracht. Omdat mijn ouders cellisten zijn, weten ze hoe belangrijk het is om een goede muziekdocent te hebben. Vooral de eerste jaren is het cruciaal om gestimuleerd en geënthousiasmeerd te worden.”

“Rob wist altijd precies de juiste balans te vinden tussen diepgang en ontspanning. Zo leerde hij me op analytische wijze na te denken over de harmonische structuur van de sonates en fuga’s die ik speelde en bracht tegelijkertijd humor in de lessen. Hij liet zijn lessen aansluiten op de leeftijd van zijn leerlingen.”

“Rob nam verschillende soorten blokfluiten voor me mee naar de les en wist op het goede moment mijn repertoire uit te breiden waardoor voor mij de blokfluit altijd interessant bleef. Hij voelde mijn honger aan en zag toen ook al dat ik het podium leuk vond.”

“Ik weet één ding zeker: als Rob er niet was geweest, zou ik nooit blokfluitist zijn geworden.”